Doe voor de vulling de eidooiers met de maïzena en kristalsuiker in een kom en klop glad. Verwarm al roerend in een steelpan met dikke bodem de slagroom met de stukjes witte chocolade op matig vuur bijna tot het kookpunt en tot de chocolade is gesmolten. Schenk onder voortdurend maar rustig kloppen het hete chocolademengsel bij het eimengsel.

Schenk het witte-chocolademengsel door een fijne zeef in een schone kom en leg direct een vel plasticfolie op het oppervlak, zodat zich geen vel vormt. Laat afkoelen en zet de kom dan een nacht in de koelkast.

Klop voor de bodem de boter met de poedersuiker tot een bleek mengsel.

Meng met de bloem, het bakpoeder, de nootmuskaat en het ei door tot een zacht deeg. Druk het tot een schijf, omwikkel met plasticfolie en leg het ook een nacht in de koelkast.

Verwarm de volgende dag de oven voor op 180°C.

Rol het deeg tussen twee vellen licht met bloem bestoven bakpapier uit tot een lap van 3 mm dik. Bekleed de bakvorm ermee en snijd rand bij. Zet de taartvorm ± 10 min. in de vriezer. Bekleed de vorm met het deeg met bakpapier en strooi er een steunvulling in van ongekookte rijst, bonen of bakparels.*

Bak de deegbodem ± 20 min. tot de deegrand licht kleurt. Haal het papier en de steunvulling weg en bak de deegbodem in nog ± 10 min. goudbruin. Neem uit de oven en laat afkoelen.

Schakel de oventemperatuur terug tot 140°C.

Zeef de witte-chocoladevulling opnieuw en schenk in de afgekoelde deegbodem.

Bak de taart ± 1 uur en 20 min. of tot de vulling langs de rand is gestold, maar in het midden nog een beetje wiebelig is. De bovenkant zal een beetje karamelliseren maar vanbinnen wordt de vulling zijdezacht.

Laat tot kamertemperatuur afkoelen en daarna 4 uur opstijven in de koelkast. Strooi er vlak voor het serveren nog wat nootmuskaat over.