Doe de koekjes met een snuf zeezoutvlokken in de keukenmachine en mix tot fijne kruimels. Mix de gesmolten boter erdoor. Druk het kruimelmengsel gelijkmatig over de bodem van de springvorm uit en zet 30 min. in de koelkast.

Klop intussen voor de vulling de roomkaas luchtig met de suiker en vanille. Klop de yoghurt en het limoensap erdoor, zodat je een glad mengsel krijgt.

Verwarm de melk in een steelpan op matig vuur. Knijp de gelatineblaadjes uit en laat ze al roerend van het vuur af op- lossen in de melk. Laat het melkmengsel afkoelen, zet de pan evt. in een bak koud water, totdat het lobbig begint te worden. Spatel nu het lobbige melkmengsel geleidelijk door het roomkaasmengsel en meng het limoenrasp er gelijkmatig door.

Schenk het roomkaasmengsel op de koekkruimelbodem in de vorm en laat 2-3 uur opstijven in de koelkast.

De bovenkant moet gestold zijn voor je de watermeloengelei erover schenkt.

Pureer intussen voor de gelei de watermeloen met gemberwortel glad in de keukenmachine. Schenk het mengsel door een met kaasdoek beklede zeef, zonder aan te drukken, anders wordt de gelei troebel en laat goed uitlekken. Je hebt 300 ml gepureerde watermeloen nodig.

Verwarm in een kleine steelpan de suiker met 4 el water op middelhoog vuur en roer tot de suiker is opgelost. Breng aan de kook en neem van het vuur. Knijp de gelatine uit, voeg ze toe en laat al roerend oplossen. Roer de gepureerde watermeloen erdoor, schenk in een roest- vrijstalen kom en zet die in een grotere kom met ijswater. Roer 3-4 min. tot het geleimengsel net lobbig begint te worden, maar het moet nog vloeibaar zijn. Schenk het uit over het roomkaasmengsel en zet ± 6 uur in de koelkast om op te stijven. Garneer met plakjes meloen en munt.