Verwarm de oven voor op 150 °C. Smelt de boter en de helft van de honing in een kleine pan en meng de havermout en de zaden in een kom. Zodra de boter is gesmolten, roer je de honingboter door de havermout en zaden met een snuf zout. Verdeel het mengsel over de taartvormpjes en druk aan tot de bodem is bedekt. Zet de vormpjes op de bakplaat en bak 15–20 min. Laat volledig afkoelen: pas dan worden ze stevig en knapperig.

Doe de geitenkaas, de crème fraîche, de overgebleven honing en de vanille in de keukenmachine en mix tot een zachte en romige massa. Bewaar koel tot gebruik.

Zet de grill hoog. Doe 2 el suiker op een bord en schud om tot een dunne, gelijkmatige laag. Druk elke vijg met de snijkant naar beneden in de suiker en leg ze met de snijkant naar boven op een met folie beklede bakplaat. Gril zo’n 2–3 min. tot ze zacht en goudbruin zijn, laat ze daarna afkoelen.

Doe de boter en de rest van de suiker in een kleine pan en verwarm voorzichtig, terwijl je roert tot het begint te bruisen. Voeg het rozenwater toe, laat een paar min. zacht borrelen tot de siroop indikt en laat daarna afkoelen.

Haal de taartbodems uit de vormpjes en leg ze op een schaal. Schep of spuit de gekoelde kaasmassa erin en top elk taartje met 2 vijgenhelften. Druppel er wat rozensiroop over en bestrooi met sesamzaad om te serveren.