Meng de suiker en boter in een grote kom tot een smeuïge boter met een mixer. Voeg het ei en de melk toe en blijf mengen tot ze helemaal zijn opgenomen.

Zeef het meel en ½ tl zout boven de kom en kneed alles tot een soepel deeg. Verdeel het deeg in 6 balletjes en druk ze plat. Laat het deeg afgedekt in de koelkast 1 uur opstijven.

Verwarm de oven voor op 180C.

Rol 4 deegbolletjes uit op een met bloem bestoven aanrecht tot ze groot genoeg zijn om de taartvormpjes mee te bekleden.

Maak voor elk taartje een aparte vulling van één van de bessensoorten. Meng de bessen met 25 g suiker, 1 el bloem, mespunt kaneel, 1 tl citroenrasp en 1 tl citroensap. Vul de taarvormpjes met de bessen en druk een beetje aan. Rol de 2 resterende deegbolletjes uit tot dunne rolletjes en maak hiervan een raster over de bessentaartjes. Druk de deegrolletjes goed vast op het deeg aan de zijkanten en bestrijk het deeg aan de bovenkant met een beetje eierdooier. Bak de taartjes 25-30 min. in de oven.