Kook de aardappelen in een bodempje water met zout in 20 min. gaar.

Verwarm de oven voor tot 200°C. Bak de ui in de boter in een koekenpan met het spek 4 min. op halfhoog vuur. Voeg de currypasta met de zuurkool toe en verwarm 10 min. zachtjes.

Steek met een appelboor de klokhuizen uit de appels. Snijd 4 grote ringen uit het midden van een appel. Snijd de rest en de andere appel in blokjes. Schil de appels niet, de schil geeft een extra fruitige smaak! Schep de appelblokjes door de zuurkool.

Giet de aardappelen af; vang een kop kookvocht op. Stamp de aardappelen met voldoende kookvocht tot een smeuïge puree. Meng er het zuurkoolmengsel met peper en weinig zout naar smaak door. Verdeel over 4 ingevette eenpersoons-ovenschaaltjes (inhoud 650 ml). Leg op elk schaaltje een deegplakje; rol het deeg, wanneer dit het schaaltje niet helemaal bedekt, eventueel iets uit. Druk het deeg op de randen aan. Bestrijk het deeg met ei en bestrooi met het karwijzaad. Leg op elk schaaltje een appelring. Bak de pasteitjes in de voorverwarmde oven in 20-25 min. goudbruin en gaar.

Wel intussen de rookworst in een pan met heet water. Serveer de zuurkoolpasteitjes met een stuk rookworst.