Kneed in de keukenmachine van de bloem, 200 g boter, 1 ei, de azijn, het kerriepoeder, een flinke snuf zout en 125-150 ml ijskoud water een samenhangend deeg. Kneed niet te lang. Je kunt het ook met de hand kneden. Laat het deeg verpakt in vershoudfolie minstens 1 uur in de koelkast rusten.

Smelt intussen in een koekenpan de laatste 25 g boter. Schep de prei erdoor en smoor afgedekt 10 min. Neem de pan van het vuur. Schep de crème fraîche en de zalmfilet erdoor. Breng op smaak met zout en peper.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Rol het deeg op een dun met bloem bestoven werkvlak uit tot een dikte van 2-3 mm. Snijd er rond een schoteltje of kommetje 12 deegrondjes van 12 cm Ø uit. Bekleed er 12 ingevette muffinholtes mee. Schep het zalm-preimengsel in de deegbakjes.

Kneed het restant deeg samen, rol weer uit tot 2-3 mm en snijd er nu 12 dekseltjes van 8 cm Ø uit. Leg de deegrondjes op de pasteitjes en druk de randen goed aan. Maak in het deegdeksel enkele insneden, zodat stoom kan ontsnappen en bestrijk ze dun met ei.

Bak de pasteitjes in de oven in 30-35 min. goudbruin en gaar. Zet de pasteitjes op een schaal. Lekker met een frisse rauwkostsalade of gemengde salade.