Schenk de wijn in een diepvriesbakje en zet minstens 4 uur in de diepvriezer, zodat er ijskristallen ontstaan.

Doe intussen de boter en bloem voor het koekjesdeeg in een keukenmachine en mix met de pulseerknop tot een fijn kruimelig mengsel. Mix er ook de suiker en tijm doorheen. Roer in een kleine kom de honing en eidooier door elkaar, schenk bij het mengsel in de keukenmachine en mix met de pulseerknop totdat je een samenhangend deeg krijgt. Neem het deeg eruit, omwikkel met plasticfolie en leg 30 min. in de koelkast.

Verwarm intussen de frambozen met de kristalsuiker en 100 ml water in een kleine pan op matig tot laag vuur, tot de suiker is opgelost en de frambozen bijna volledig zijn stuk gekookt. Neem van het vuur en laat 30 min. rusten. Druk de puree met een spatel door een fijne zeef en doe in een klein diepvriesbakje. Zet 30 min. in de vriezer. De pitjes kun je weggooien.

Verwarm de oven voor op 190°C. Bekleed 3 bakplaten met bakpapier. Draai 20 balletjes van het koekjesdeeg en leg ze op de bakplaten. Plet ze met je vingertoppen tot ze ± 1⁄2 cm dik zijn. Bak ze 10-12 min. tot ze licht kleuren langs de randen. Laat de koekjes afkoelen.

Neem de bevroren rosé uit de vriezer en meng het frambozenmengsel erdoor. Zet minstens 2 uur in de vriezer. Schraap het mengsel elk uur om met een vork.

Schep de aardbeien, nectarine en tijm in een kom door elkaar. Voeg honing naar smaak toe.