1. Smelt 35 g boter net vloeibaar. Meng de bloem, gist, 25 g suiker, vanillesuiker, melk, 1 losgeklopt ei, zout en de gesmolten boter door elkaar. Werk de bloem met je vingertoppen vanuit de buitenwand van de kom tot binnen in het kuiltje. Kneed het mengsel tot een soepel deeg, voeg evt. nog wat melk toe. Bestrooi het deeg met wat bloem en dek het af met plasticfolie. Laat het deeg op kamertemperatuur 1-2 uur rijzen tot het in volume is verdubbeld.
2. Maak intussen de vulling: kneus de stukken citroengras met de platte kant van een groot mes. Boen de citroen goed schoon en rasp het geel van de schil. Breng het citroengras aan de kook met de gember, kokosmelk, citroenrasp en een mespunt zout. Roer de rijst door de kokende melk en blijf roeren tot de melk weer kookt. Draai het vuur laag en laat de rijst in ± 45 min. gaar worden. Roer af en toe. Neem de pan van het vuur en verwijder de stukken citroengras en gember. Roer 75 g suiker en 25 g boter door de rijstepap.
3. Rol het deeg uit op een dun met bloem bestoven werkvlak tot een dunne ronde lap (± 32 cm Ø). Bekleed de vlaaivorm ermee. Prik met een vork gaatjes in de bodem en laat het deeg nog eens ± 30 min. rijzen op kamertemperatuur.
4. Verwarm de oven voor op 180ºC. Splits 2 eieren. Roer de dooiers door de rijstepap. Klop de eiwitten stijf en spatel deze er ook door.
5. Schep de rijstepap in de vlaaivorm, strijk de bovenkant glad. Bak de rijstevlaai in ± 40 min. gaar in het midden van de oven. Dek de vlaai evt. af met aluminiumfolie als je de bovenkant niet bruin wilt laten worden.Laat de taart ± 3 uur afkoelen en snijd er punten van. Geef er de pisangsaus bij.

pisangsaus

1. Roer een glad mengsel van 1 tl aardappelmeel en 1 el groene bananenlikeur. Breng 300 ml groene bananenlikeur in een pannetje tegen de kook aan. Voeg het likeurmengsel toe en roer totdat het licht gebonden is. Schenk op elk gebaksbordje een beetje saus en leg er een punt rijstevlaai op.