Schil de artisjokken tot je bij de zachte blaadjes aankomt en snijd een kwart van de bovenkant af. Snijd ook het grootste deel van de steel eraf en schil de rest van de steel. Alle echt harde delen moeten worden afgeschild. Schep ‘het hooi’ eruit en snijd de artisjok in dunne plakjes. Bewaar tot gebruik in water met een kneepje citroen tegen het bruin worden.

Snijd de sjalotten fijn. Verhit in een ruime pan 50 ml olijfolie en bak de ui zachtjes.

Voeg nu de doperwtjes, tuinbonen en artisjokken toe. Voeg de azijn toe, laat 5 min. borrelen. Voeg beetje bij beetje 200 ml heet water toe en breng op smaak met zout. Doe de deksel erop en laat in 10-15 min. net beetgaar worden, maar zorg dat de groenten fris van kleur blijven. Zet het vuur uit. Er moet nog wat vocht overblijven.

Pluk de kruiden en snijd fijn. Vijzel het venkelzaad. Rasp de gele schil dun van de citroen. Meng de kruiden, het venkel- zaad en de citroenrasp met de olijfolie. Bedruppel de fritedda rijkelijk met de kruidenolie. Laat afkoelen en serveer als antipasti of als bijgerecht.