erwarm de oven voor op 175°C. Stoom of kook de bloemkoolroosjes in 4 min. half gaar, laat uitlekken en schep in een ingevette ovenschaal. Verkruimel de laurier erover. Bestrooi met zout en peper. Klop de room met het ei, de mosterd en kaas glad en schenk over de bloemkool. Laat in 25 min. mooi gratineren in de oven.

Bak ondertussen in een kleine koekenpan de uitjes in 2 el van de olie zachtjes in 15 min. goudbruin en totdat ze helemaal zacht zijn. Schenk de wijn erbij en laat op hoog vuur 
inkoken tot een dikke saus.

Wrijf intussen de koteletten in met wat olie en bestrooi met zout en peper. Verwarm in een grote koekenpan 1 eetlepel olie en leg de koteletten erin. Bak ze zachtjes in 15 min. lichtbruin en net gaar. Keer halverwege. Schuif de koteletten aan de kant, voeg de uiensaus toe en roer goed los met de aanbaksels in de pan. Serveer de koteletten met de uiensaus 
en bloemkoolgratin. Bestrooi de gratin met wat (versgeraspte) nootmuskaat. Lekker 
met aardappelpuree of gekookte krieltjes.