Maak eerst de honingglazuur. Doe de honing met de specerijen in de steelpan en verwarm onder voortdurend roeren op matig tot hoog vuur ± 5 min. zodat de smaken goed mengen.

Neem van het vuur en houd warm tot gebruik.

Vet de bodem van een 2 cm diepe bakplaat in en bekleed met bakpapier. Verwarm de honingmede met de suiker in een middelgrote koekenpan op hoog vuur. Laat onder af en toe schudden in 12-15 min. goudbruin karamelliseren. Schenk uit over de bakplaat en laat volledig afkoelen. Maal in de keukenmachine tot fijn pralinepoeder. Doe in een kom.

Verhit intussen in een grote koekenpan de boter tot hij schuimt. Voeg het broodkruim, de tijm, knoflook, peterselie en dille toe en schep om door de boter. Draai het vuur iets lager en bak de kruimels in 5-6 min. goudbruin en helemaal krokant en geurig op matig vuur, onder regelmatig schudden. Bestrooi met wat zout en peper. Spreid uit op een bakplaat en laat volledig afkoelen. Maal fijn de keukenmachine. Bestrooi met het pralinepoeder en de citroenrasp, schep om en voeg zoveel zout toe dat het evenwicht tussen zoet en zout precies naar wens is. Schep in een kom.

Verwarm de oven voor op 160°C.

Snijd het vel van de ham, maar laat het vetlaagje intact en snijd het vlees los rond het bot. Bewaar het vel, want als je de ham in de koelkast bewaart kun je ‘m hierin wikkelen zodat hij mals blijft.

Verhoog de oventemperatuur nu naar 180°C. Breng het mengsel voor de korst met je handen in een dikke laag aan op de hele ham. Druk stevig aan met je handen. Zet de ham nog 5 min. in de oven. Leg daarna op een grote schaal. Snijd in plakjes en serveer warm of koud met de rest van het glazuur er los bij als saus.