Doe voor de lemoncurdvulling de suiker, eieren en eidooiers, boter, citrusrasp en het -sap en de jeneverbessen in een grote, hittebestendige kom. Klop door elkaar. Zet de kom op een pan met zacht kokend water (zorg dat de bodem van de kom het water niet raakt) en verwarm al roerend 8-10 min. au bain-marie tot de lemoncurd bindt.

Laat intussen de gelatineblaadjes in een kom met koud water 5 min. weken, knijp ze uit, roer ze door de lemoncurd tot ze zijn opgelost. Zeef de klontjes en de jeneverbessen uit de lemoncurd. Dek het oppervlak af met een vel plasticfolie. Zorg ervoor dat de folie echt op het oppervlak ligt; zo voorkom je dat een vel ontstaat. Laat ± 2 uur afkoelen en opstijven in de koelkast.

Doe voor het amandeldeeg de gemalen amandelen met de bloem, suiker en boter in een keukenmachine en draai tot een kruimelig mengsel. Voeg terwijl de motor draait de eidooier en vanille toe. Voeg beetje bij beetje precies zoveel tonic toe tot je een samenhangende deegbal krijgt.

Druk het deeg tegen de bodem en wand van de bakvorm, met een dikte van ± 3 mm. Zet de vorm 30 min. in de koelkast.

Verwarm intussen de oven voor op 180°C. Snijd de rand van het deeg netjes bij op 3-4 cm hoogte. Prik met een vork gaatjes in de bodem. Leg een vel bakpapier op de deegbodem en strooi hierop een steunvulling. Bak de deegbodem 20 min. en verwijder het papier en de steunvulling. Bestrijk de deegbodem met het losgeklopte ei. Bak hem nog ± 10 min. tot hij gaar en goudbruin is. Laat afkoelen en neem uit de bakvorm.

Verdeel de afgekoelde lemoncurd erover en laat 4 uur opstijven in de koelkast. Maak intussen de gekonfijte citroenschijfjes: