2 Doe voor de broodjes de gist met 250 ml lauwwarm water in een kom. Laat 2 min. rusten tot de gist belletjes vormt. Voeg de reuzel of olie toe. Doe de suiker, het melkpoeder, bakpoeder en 375 g bloem in een keukenmachine. Voeg terwijl de motor draait het gistmengsel in een dun straaltje toe tot je een samenhangend deeg krijgt. Je kunt het ook met de hand mengen in een kom. Breng over op een licht met bloem bestoven werkvlak. Kneed 5 min. stevig door en voeg evt. nog wat bloem toe. Leg het deeg in een ingevette kom. Laat ± 1½ uur afgedekt op een warme plek rijzen tot het volume verdubbeld is. Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

4 Knip 14 stukjes bakpapier van 10×10 cm. Neem het deeg uit de kom en verdeel het in 14 gelijke balletjes. Rol op een met bloem bestoven werkvlak elk balletje dun uit tot een ovaal van 10 cm. Kwast over het midden van elk lapje een heel dun streepje olie, dan vouw je ze later gemakkelijk open. Klap ze dicht tot halvemaantjes en leg elk broodje op een stuk bakpapier. Laat afgedekt 30 min. narijzen.

5 Vul een wok of pan waarop de stoommand goed past voor een derde met water. Breng aan de kook en draai dan het vuur naar middelhoog. Leg 3 of 4 broodjes – zorg voor voldoende tussenruimte – op hun bakpapiertjes in de stoommand. Zet de stoommand in de wok, sluit af en stoom de broodjes afgedekt in ± 12 min. gaar. Stoom zo alle broodjes. Meng in een kom de hoisinsaus en sriracha. Trek de broodjes voorzichtig open en vul ze met vleesreepjes, komkommer en bosuiringen. Sprenkel er flink wat saus over. Serveer de broodjes warm.