Verwarm de oven voor op 220°C. Breng de aardappels in een pan met gezouten water aan de kook en laat 10 min. koken. Giet de frieten af, leg ze op een theedoek en dep ze droog. Leg ze op een bakplaat, besprenkel met de olie en schep om. Voeg de rozemarijn toe en bak de frieten ± 40 min. in de oven. Schep ze regelmatig om. Bestrooi met zout.

Bekleed intussen een bakplaat met bakpapier. Zet drie diepe borden klaar. Meng het ei met de melk in een bord. Meng in een ander bord de bloem met zout en peper naar smaak en strooi in het derde bord het broodkruim.

Wentel de plakken portobello door de bloem en schud de overtollige bloem eraf. Doop ze dan in het eimengsel en wentel ze ten slotte door het broodkruim. Leg ze op de bakplaat en zet 20 min. in de koelkast.

Meng intussen de kool met de wortel en azijn. Laat 10 min. staan. Roer de mosterd door de mayonaise en breng op smaak met peper en zout. Meng door de koolsalade.

Verhit de olie in een wok tot 180°C. Frituur de plakken portobello in porties, 1-2 min. per kant tot ze goudbruin zijn. Schep met een schuimspaan uit de pan en schud het vet er goed af. Leg ze op keukenpapier. Serveer met de frieten, koolsalade en evt. parten citroen.