Pel de garnalen maar laat het staartje zitten. Snijd de garnalen over de rugzijde in en verwijder het donkere darmkanaal. Dep de garnalen met keukenpapier droog.

Kook de aardappelblokjes met de sperziebonen ± 8 min., tot beide beetgaar zijn. Giet af en spoel onder stromend water koud.

Zeef het meel met 1 tl zout boven een kom. Voeg beetje bij beetje het mineraalwater of bier toe en klop met een vork tot een glad en dik beslag.

Meng de aardappel en de sperziebonen met de spitskool, de maïskolfjes en de koriander. Meng de chilisaus met het sap van 1 limoen en schep door de groenten. Voeg zout naar smaak toe.

Verhit in een wok een flinke laag olie tot 180°C. Haal 1/4 van de garnalen aan het staartje door het beslag en laat ze in de hete olie zakken. Bak ze rondom in 2-4 min. krokant, goudbruin en net gaar. Schep de garnalen met een schuimspaan uit de olie en laat ze op een schaal met keukenpapier uitlekken. Bak op dezelfde manier nog 3 porties garnalen.

Verdeel de groentesalade en de garnalen over 4 borden. Schenk wat extra chilisaus in 4 (borrel)glaasjes en zet op de borden erbij om te dippen. Serveer met de laatste, in partjes gesneden limoen.