Dep de kip vanbinnen en vanbuiten droog met keukenpapier. Trek het vel rond de borst, dijen en poten voorzichtig los door je vingers of een lepel eronder te laten glijden, maar zorg dat het vel niet scheurt. Zet de kip 2 uur onafgedekt op een rooster in de koelkast, zodat het vel een beetje uitdroogt.

Maak intussen de vulling. Verhit in een middelgrote koekenpan 3 el olijfolie en de boter op matig tot hoog vuur. Bak hierin de spekjes, sjalotten, de helft van de knoflook, specerijen, kruiden, citroenrasp en kersen 5-6 min. Voeg het broodkruim en de amandelen toe. Schep 2-3 min. om tot alles licht geroosterd is. Schep in een hittebestendige kom en breng op smaak met peper. Laat bij kamertemperatuur volledig afkoelen.

Neem de kip uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Schep de kriel in een braadslee om met 2 el olijfolie, takjes tijm, de rest van de knoflook, zout en peper. Vul de kip met de vulling en bind de poten met keukentouw aan elkaar. Wrijf de kip in met de rest van de olijfolie, zout en peper. Zet een rooster op de braadslee met de kriel en leg de kip erop. Braad de kip in
± 11⁄2 uur gaar in het midden van de oven. Of tot de kerntemperatuur van het borst- vlees ± 72°C en van de poten en dijen
± 85°C is. Zorg dat je bij het meten van de kerntemperatuur de thermometer niet tegen het bot houdt. Schep de kriel af en toe om. Rooster eventueel overgebleven vulling in een apart ovenschaaltje mee.

Neem de kip uit de oven en laat losjes afgedekt met aluminiumfolie 15 min. rusten. Houd de aardappeltjes warm. Garneer met de rest van de tijm en serveer de geroosterde vulling bij de kip.