Meng voor de crêpes alle ingrediënten met ½ theelepel zout in de keukenmachine en draai tot een glad beslag. Laat afgedekt in de koelkast 2 uur tot 1 nacht rusten.

Breng voor de saus het citrussap aan de kook met de suiker en laat oplossen. Voeg de sinaasappelplakken toe en kook zachtjes 10 min. mee. Neem de plakken uit de siroop en laat uitlekken en afkoelen. Bewaar afgedekt in de koelkast tot gebruik. Laat de siroop nog 8-10 min. inkoken en klop er dan het rasp en de likeur door. Je kunt de saus tot hier goed voorbereiden.

Klop voor gebruik het beslag weer goed glad. Smelt op half hoog vuur telkens ½ tl boter in een flensjes- of antiaanbakpan en schep er 2 flinke el beslag in. Zwenk de pan meteen om het beslag over de pan te verdelen. Bak tot de randjes goudbruin kleuren en draai dan om. Bak nog ½ min. of tot het flensje net gaar is. Bak zo alle flensjes tot het beslag op is. Gebruik evt. 2 pannen, dat gaat lekker snel. Laat ze helemaal afkoelen.

Klop de mascarpone goed los met het sinaasappelrasp en de suiker.

Bestrijk telkens een flensje dun met mascarponecrème en leg in de springvorm. Maak zo een flinke stapel en dek af met het laatste onbestreken flensje. Druk de taart licht aan. Laat in de koelkast in 2 uur opstijven. Haal de taart uit de vorm en doe over op een mooie taartschaal. Verdeel vlak voor het serveren de sinaasappelplakjes over de bovenkant.

Verwarm de saus opnieuw en klop de boterblokjes erdoor. Laat de saus iets afkoelen en schep wat over de bovenkant van de taart heen.

Zet je afzuigkap uit! Verwarm in een steelpan de rest van de likeur en steek het aan, pas op het is een behoorlijke vlam. Giet de brandende likeur over de flensjestaart. Snijd de taart in punten en serveer met de extra saus.