Meng de gist en melk met 10 g van de suiker in een kom. Laat dit mengsel ongeveer 5 minuten staan op een warme plek tot het schuimig wordt.

Doe de bloem met de kaneel, speculaaskruiden en het cacaopoeder in de mengkom van de standmixer met deeghaak. Of kneed het deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak tot het glad en elastisch is. Voeg het gistmengsel, de gesmolten boter, het ei en 45 g van de suiker toe. Kneed 5 tot 6 minuten op matige tot lage snelheid tot een glad en elastisch deeg. Doe het deeg in een licht ingevette kom en laat het afgedekt op een warme plek ongeveer 1,5 uur rijzen tot het in volume is verdubbeld.

Sla het deeg terug en leg het op een licht met bloem bestoven werkvlak. Kneed de gehakte chocolade erdoor. Verdeel het deeg in 16 stukken en draai ze tot gladde balletjes. Zet ze in de ingevette bakvorm, met 1 cm tussenruimte, zodat ze kunnen uitzetten. Laat ze op een warme plek ongeveer 45 minuten rijzen tot bijna het dubbele volume.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Wrijf voor het kruis bovenop de bloem met de boter tot kruim. Kneed met ongeveer 1 theelepel water tot een deeg en rol dat heel dun uit. Snijd in dunne reepjes en bestrijk met water. Plak op elk gerezen broodje een kruis. Bak de broodjes 10 minuten, schakel de oventemperatuur terug tot 170°C en bak ze nog 25 tot 30 minuten tot ze gaar zijn.

Verwarm intussen voor het glazuur in een kleine pan 2 eetlepels suiker met 4 eetlepels water op laag vuur en roer tot de suiker is gesmolten. Laat in 3 tot 4 minuten inkoken tot siroop. Laat afkoelen.

Bestrijk de warme broodjes met de suikersiroop. Serveer ze warm of koud.