Verwarm de oven voor op 130°C.

Doe papieren bakvormpjes in de holtes van een muffin- of cupcakevorm.

Rooster het venkelzaad in een droge koekenpan. Laat het afkoelen en stamp het fijn in een vijzel. Maal de koekjes fijn in een keukenmachine of doe ze in een stevige plastic zak en sla ze fijn met een deegroller.

Meng de gesmolten boter en het venkelzaad door de kruimels en verdeel het mengsel gelijkmatig over de 12 vormpjes. Druk de kruimels stevig aan, dit gaat makkelijk met een glaasje dat in de vormpjes past. Meng de roomkaas kort met de fijne kristalsuiker. Voeg de eieren, zure room, maïzena en het vanille-extract toe en meng alles door tot een glad mengsel. Verdeel het cheesecakemengsel over de vormpjes. Dit gaat gemakkelijk met een ijslepel. Bak de mini-cheesecakejes 25-35 min. Als ze uit de oven komen, mag de bovenkant nog iets wiebelen. Laat ze in de vorm afkoelen tot kamertemperatuur en zet de vorm vervolgens minimaal 2 uur in de koelkast.

Snijd voor de siroop met een dunschiller twee slierten schil van de citroen. Doe samen met het sap van de citroen, de suiker, honing en 150 ml water in een pan en breng dit aan de kook. Haal de pan van het vuur en voeg de munt toe. Dek de pan af en laat de siroop op kamertemperatuur helemaal afkoelen. Zeef de siroop en breng opnieuw aan de kook. Laat de siroop 5-10 min. inkoken en dan helemaal afkoelen. Druk 50 g van de bramen met een vork tot moes. Meng dit samen met de overige bramen met voldoende siroop om ze goed in te marineren en laat dit minimaal 1 uur intrekken op kamertemperatuur.

Verwijder de papiertjes van de cheesecakejes en garneer ze met de gemarineerde bramen en wat verse munt.