Breng 2/3 van de melk aan de kook. Roer de maïzena los met de overgebleven melk en de suiker. Haal de pan van het vuur en roer het maïzenapapje erdoor, zet de pan nu opnieuw op het vuur en blijf roeren tot de melk dikker wordt. Roer de gemalen amandelen erdoorheen, laat afkoelen en zet ± 1 dag of nacht in de koelkast. Zeef daarna de melk door een fijne zeef. Draai de amandelmelk in een ijsmachine volgens de gebruiksaanwijzing van de machine tot ijs. Heb je geen ijsmachine doe de amandelmelk dan in een schone diepvriesbak, zet ± 4 uur in de vriezer en roer elk half uur om met een vork.

Meng het ei met 1 el suiker, zonnebloemolie en bloem tot een deeg: laat het deeg verpakt in folie 2 uur rusten buiten de koelkast.

Kook de kikkererwten gaar in ± 45 min. of tot ze heel zacht en gaar zijn (hangt af van hoe oud ze zijn). Kook de dessertwijn in op laag vuur tot 1-2 el. Giet de kikkererwten af, laat afkoelen en pureer in een keukenmachine of met een mixer met de walnoten, honing, kaneel, sinaasappelrasp, de ingekookte 2 el dessertwijn en de overgebleven 2½ el suiker.

Verdeel het deeg in ca. 15 balletjes van ± 3 cm doorsnede. Draai de balletjes door een pastamachine, met de machine op de laagste stand. Of rol de bolletjes met een roller uit tot 1 mm dikte. Je hebt nu vierkante deeglapjes van ± 8 cm. Bewaar onder een vochtige theedoek. Schep op het midden van ieder vierkant deeglapje 2 tl kikkererwtvulling en vouw dubbel tot een driehoekje. Druk de zijkanten heel goed aan en druk ze in met de punten van een vork.

Verhit de arachideolie in een wok of frituurpan tot 180ºC of tot een blokje brood goudbruin kleurt. Frituur de calcioni per 2-3 stuks in ± 2 min. goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier.

Serveer het amandelijs met ca. 3 calcioni per persoon.