Schil de paprika, rook hem in de rookoven* en snijd hem in dunne repen.

Blancheer de waterkers 1 min. in ruim kokend water met zout. Spoel onder de koude kraan, laat uitlekken en maak er met een staafmixer en 2 el groentebouillon een gladde puree van.

Verhit de boter en zonnebloemolie en bak hierin de sjalot zachtjes 3 min. Voeg de risottorijst toe en laat even zachtjes meebakken tot de rijstkorrels glazig worden. Blus af met witte wijn. Voeg, als de witte wijn verdampt is, de helft van de bouillon, de waterkerspuree, de paprika en de boerenkool toe. Roer regelmatig. Voeg, als al het vocht is opgenomen, de rest van de bouillon toe. Blijf af en toe roeren tot de risotto beetgaar is (totaal ± 20 min.). Breng op smaak met zout, peper en olijfolie.

Schep voor extra smeuïgheid evt. wat lobbig geslagen room en een (gepocheerde) eierdooier door de risotto.

Frituur intussen de kappertjes knapperig in wat olie (of rooster ze in een droge koekenpan). Strooi ze over de risotto en leg een mooie krul Tête de Moine op de risotto. Of neem als alternatief geroosterde paprika. Blaker de paprika zwart boven een gasvlam of op 250º C in de oven. Doe hem 10 min. in een plastic zak en verwijder dan het velletje en de zaadlijsten.