Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed de bakplaat met bakpapier en laat dit aan de lange zijden 2 cm over de rand hangen.

Klop de eieren met 175 g kristalsuiker tot een licht dik en luchtig mengsel. Zeef de bloem en het bakpoeder boven de kom en spatel erdoor met een snuf zout. Spatel de gesmolten boter erdoor. Houd het beslag luchtig. Schenk het beslag op de bakplaat en strijk het glad. Bak ± 12 min. tot het veerkrachtig aanvoelt als je er licht op drukt.

Spreid intussen een schone theedoek uit op je werkvlak en bestuif met wat poedersuiker. Stort de hete cake op de theedoek en trek voorzichtig het bakpapier los. Rol vanaf de korte kant de theedoek samen met de cakelaag op. Laat de opgerolde cake volledig afkoelen.

Week de gelatineblaadjes ± 5 min. in ruim koud water.

Pureer in het hakbakje van de staaf- mixer 215 g van de bessen met de resterende 100 g suiker en 30 ml bessensap.

Verwarm in een pannetje de rest van het bessensap met 11⁄2 el citroensap tot het kookpunt. Neem van het vuur en los er al roerend de gelatine in op. Meng in een kom met het gepureerde bessenmengsel. Laat in de koelkast in ± 15 min. koud en iets lobbig worden. Klop in een kom de crème fraîche met de slagroom stijf en spatel het lobbige bessenmengsel erdoor.

Laat in de koelkast de bessenmousse in ± 30 min. steviger worden. Rol de cake uit en bestrijk met ongeveer tweederde van de mousse. Bestrooi met 140 g bessen. Rol weer voorzichtig op en zet in de koelkast.

Breng in een klein pannetje de laatste 45 g bessen met de laatste 11⁄2 el citroen- sap en 40 ml water aan de kook. Laat afgedekt zachtjes koken tot alle bessen zijn gebarsten. Pureer in het hakbakje met de poedersuiker tot glazuur. Voeg extra poedersuiker toe als het glazuur er dun is.

Schep de rest van de mousse in een spuitzak en spuit toeven op de cakerol. Bedruppel met de glazuur en steek de macarons in de mousse. Garneer met wat extra bessen.