Haal de biefstukjes uit de koelkast en laat op kamertempratuur komen. Snijd de chilipeper in dunne ringetjes en doe in een kommetje. Raps de gember en knoflook erboven. Voeg dan de sojasaus, mirin, rijstazijn, sesamolie en het limoensap toe en roer tot een dressing. Meng in een ander kommetje de mayonaise met de sriracha en zet apart.

Zet een ruime pan met zonnebloemolie op het vuur en laat heet worden. Snijd de sjalotten in heel dunne reepjes en frituur tot ze mooi goudbruin zijn. (Wees wel voorzichtig: bij mij is dit een keer heel erg fout gegaan en toen overstroomde de pan, dit kan heel erg gevaarlijk zijn. Ik had namelijk te veel olie in de pan gedaan en als je daar koude ui bij doet ontstaat er een heftige reactie. Dus zorg dat je pan groot genoeg is en dat je niet te veel ui/sjalot in één keer in de pan gooit.) Leg de gefrituurde sjalotten op een keukenpapiertje en bestrooi met wat zout.

Maak de wortel schoon en schaaf er met de dunschiller mooie lintjes van. Snijd de paprika en bosui in dunne reepjes. Doe de wortel, paprika, bosui en taugé in een bak, gooi de helft van de dressing erover en hussel de salade door elkaar.

Doe het sesamzaad op een bordje. Bestrooi de biefstukjes met zout en peper en haal door de sesamzaadjes. Zorg dat de biefstukjes helemaal bedekt zijn.

Snijd de hamburgerbroodjes doormidden en bestrijk met een dun laagje van de srirachamayonaise. Rooster de broodjes in een goed hete pan. Haal de broodjes eruit en bak dan de biefstukjes 1½ minuut aan elke kant. De buitenkant moet mooi gebakken zijn; de binnenkant moet nog rauw zijn. Leg het vlees 10 minuutjes in de vriezer, dit stopt het garingsproces en zorgt ervoor dat je makkelijker plakjes kunt snijden.