Boen de mandarijnen schoon en prik ze met een dunne naald rondom telkens diep in. Doe ze in een pan en doe er water bij, het water moet 2 cm boven de mandarijnen staan. Breng aan de kook en laat 15 min. sudderen.
Voeg 500 g suiker en 200 g glucosestroop toe aan het kookwater. Breng de siroop aan de kook en haal direct van het vuur wanneer het flink borrelend kookt. Leg er een passend bord op om te voorkomen dat het fruit naar boven drijft en laat 2 dagen afgedekt intrekken.
Voeg na 2 dagen 1 el suiker toe, breng weer aan de kook en laat ± 5 min. heel zachtjes koken. Neem van het vuur en laat weer 2 dagen intrekken.
Herhaal dit proces nog 6 keer. Voeg dus om de 2 dagen 1 el suiker toe, breng aan de kook en laat 5 min. zachtjes koken. Doe de mandarijnen over in een pot, overgiet ze met siroop, en bewaar goed afgesloten op een koele, droge plaats. Na 2 weken kun je ze al gebruiken.