zeeuwse roem: Stellendamse garnalen

Behalve in smaak onderscheidt de Stellendamse garnaal zich ook uiterlijk van de gewone Noordzeegarnaal. Het is een roodbruine garnaal met een streep. De Stellendamse garnaal wordt na het wassen licht gezouten. De smaak is verfijnder en de structuur steviger dan een gewone Noordzeegarnaal.

voorgerecht (4 personen)
75 ml frambozenazijn
50 ml appelsap
½  el honing
½ tl Franse fijne mosterd
150 ml olijfolie
150 ml hazelnootolie
200 Stellendamse garnaaltjes, gepeld (of Hollandse garnalen)
250 g champignons, in hele dunne plakjes
2 el fijngesneden bieslook
30-40 g frisee, in kleine plukjes gescheurd
extra nodig: 4 bakringen van 10 cm Ø

Meng de azijn met het appelsap, honing en de mosterd. Voeg al kloppend, in een dun straaltje, de olijf- en hazelnootolie toe. Breng deze dressing op smaak met zout en peper.

Breng een pan met ruim water aan de kook. Kook de garnalen ± 3 min. Giet ze af in een zeef onder koud stromend water. Meng de garnalen met de champignons, bieslook en het grootste deel van de dressing. Meng de rest van de dressing met de frisee. Zet een bakring op ieder bord, vul deze met het garnalenmengsel en haal de bakring voorzichtig weg. Leg er wat frisee omheen en serveer.

bereiden ± 15 min.
p.p. ± 725 kcal / 3 koolhydraten / 75 vet

Receptuur Paul van Waarden Bereiding Bart Stuart Fotografie Harold Pereira Styling Cyn Ferdinandus