brood: niet voor de eendjes!

Dat geen brood meer de vuilnisbak in mag, weten we allemaal. Reserveren doe je ze voor croutons, broodsalade en niet te vergeten oma’s broodpudding die tegenwoordig, hetzij met wat meer fratsen, op de kaart van menig toprestaurant prijkt. Maar hoe maak je die nou, die goddelijke broodpudding?

broodpudding

nagerecht voor 8-10 personen

100 g rozijnen
250 ml melk
1 vanillestokje,  merg eruit geschraapt
5 eidooiers
100 g suiker
250 ml slagroom
15 g boter
1/2 (oud) witbrood, gesneden en korst verwijderd
poedersuiker

Week de rozijnen in zoveel water dat ze net onderstaan. Breng de melk, het vanillestokje en het merg tegen de kook aan. Laat 15 min. trekken op laag vuur. Klop intussen de eierdooiers met de suiker tot een dikke, romige crème. Zeef de vanillemelk, schenk deze al roerend bij het dooiermengsel en roer ook de room erdoor. Verwarm de oven voor tot 150 ºC. Vet een cakevorm van 1½ l inhoud dik in met de boter. Bekleed de bodem van de cakevorm met een laag brood. Zeef de rozijnen en strooi ¼ ervan over de broodbodem. Schenk vervolgens ¼ van de vanilleroom op het brood. Leg hierop weer een laagbrood, ¼ deel rozijnen en ¼ deel vanilleroom. Ga zo door tot alles op is en de vorm gevuld. Dek de vorm af met aluminiumfolie en zet hem in een bakblik gevuld met heet water. Gaar de broodpudding 1 uur in de oven. Laat afkoelen op kamertemperatuur en zet de vorm daarna nog een paar uur in de koeling. Stort de pudding op een plank en snijd er dikke plakken van. Bestuif de broodpudding met een dikke dons poedersuiker.

Lekker met gebakken appeltjes en een flinke lepel ongezoete lobbige room of hangop.