pompoen: muskaat, fles en spaghetti

pompoen

De pompoen. Oranje, geel en groen, bol of langwerpig. Van mooi gaaf tot pukkelig en van mini tot reus: het pompoenseizoen is begonnen!

Het aanbod aan eetbare pompoenen is gigantisch. De oranje muskaatpompoen en bleek-oranje flespompoen behoren tot de bekendste soorten. Ook de patisson is een pompoenras, net als de spaghettipompoen die z’n naam dankt aan het draderige pompoenvlees. Kom je een bijzondere, eetbare pompoensoort tegen neem h’m dan zeker mee, want pompoenen – mits voorzien van een stukje steel – kun je prima op een koele, donkere plek bewaren. Altijd fijn voor een etentje of spontane borrel.

Pompoenen maak je keukenklaar door te halveren en de draden en pitten met een lepel uit de holte te scheppen. Afhankelijk van de bereiding schil je de pompoen, vaak is dat niet nodig: geroosterde pompoen mét schil geeft juist een extra volle smaak. Ook de bloemen, pitten (gepeld en gepoft in een droge koekenpan) en zelfs de bladeren en stengels van een pompoen zijn eetbaar.

Wie weer in de keuken aan de slag gaat met z’n favoriete pompoensoep, moet de pompoen eerst eens roosteren: schep geschilde pompoenblokjes om met olijfolie en rooster ze in een oven van 200 ºC tot het vruchtvlees zacht is en de randen donker kleuren. Geroosterde pompoen geeft je soep een extra volle smaak en een intens zoetje. Van soep, salade en pasta, tot puree, taart en prachtig geroosterd met salsa.